SV | Wij zijn geworden [als die], over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd. |
WLC | הָיִ֗ינוּ מֵֽעֹולָם֙ לֹֽא־מָשַׁ֣לְתָּ בָּ֔ם לֹֽא־נִקְרָ֥א שִׁמְךָ֖ עֲלֵיהֶ֑ם לוּא־קָרַ֤עְתָּ שָׁמַ֙יִם֙ יָרַ֔דְתָּ מִפָּנֶ֖יךָ הָרִ֥ים נָזֹֽלּוּ׃ |
Trans. | hāyînû mē‘wōlām lō’-māšalətā bām lō’-niqərā’ šiməḵā ‘ălêhem |
Wij zijn geworden [als die], over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Wij zijn geworden [als die], over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!